BLOG – I love radio

Toen ik nog geen geld had voor een krant luisterde ik extra veel naar de radio. Een familietraditie, mijn oma ken ik niet anders dan met haar radio op schoot als een spinnende kat. Mijn vader luisterde iedere ochtend tijdens het klaarmaken van het ontbijt zodat hij kon horen wat voor weer het was in East Anglia, of de zee die nacht ruw was geweest. Ik woonde voor het eerst alleen en vond het prettig de stemmen om me heen te horen. Er stonden verschillende transistortjes in mijn eenkamerwoning dus ik had een soort houtje-touwtje surround sound. Eén bij de douche, één bij de keuken en die bij het raam aan de straatkant stond extra hard, om het verkeer ook wat mee te geven. Het internationale nieuws van de BBC World Service liet overzeese geïnterviewden dubben in het Engels met accenten uit de eigen taal, Swahili, Xhosa, Etiopisch, dat doen ze nog steeds trouwens. Ze moeten een enorme database met stemacteurs hebben of één fenomenaal getalenteerde. Dat nieuws dat door de lucht kwam, kwam van ver en was daarom niet helemaal echt. Enigszins verlekkerd vroeg ik me een fractie van een seconde voordat ik het AAN-knopje indrukte af wat er allemaal mis zou zijn in de wereld. Daar had ik zonder uitzondering spijt van. Ik hield van spannend nieuws, orkaan of schat gevonden. Liever geen doden. Als er een te gruwelijk verhaal voorbij kwam, in-depth human interest, meisjes gestolen, moest ik rennen om ze alle drie uit te zetten. Op televisie mag je voor 9 uur s’ avonds geen enge dingen laten zien, maar het is altijd wel ergens voor 9 uur op de internationale radio, dus die doen daar niet aan.

’s Nachts luisterde ik ook, cultuurprogramma’s of reisverhalen van verslagveteranen die de politieke situatie even links lieten liggen en ertussenuit knepen naar een waterval of een uniek ecosysteem en zo werd ik in slaap gewiegd door de cadans van de hete aardappel die altijd te horen is in BBC-English.
Ik kreeg een bijbaan als receptioniste voor één dag in de week bij een uitgeverij, de tijd dat uitgeverijen ’s ochtends al blauw stonden van Gauloises. De luide sis dan het kletteren van bierdoppen op de marmeren vloer vanaf een uur of vijf. Door dat ideale baantje kon ik boeken kopen met veertig procent korting en mezelf gratis abonneren op twee kranten. De serieuze krant voor door de week en gewoon omdat het kon ook nog die met de dikke weekendbijlage. Ik kan me niet meer herinneren dat ik ooit de tijd nam al die nijver geschreven stukken op de bank door te gaan spitten. Wel de eindeloze tochten naar de papierbak die een flink stuk verderop stond. Het lekkerste zat ik te lezen achter die receptie, terwijl de mensen in en uitliepen en jaloers keken naar hoe gemakkelijk ik het me kon maken in een kantoorstoel met m’n koffie. Andere tijden.